Binance, de exploitant van 's werelds grootste cryptocurrency exchange, Binance.com, heeft schuld bekend en daarmee het onderzoek van het Ministerie van Justitie naar overtredingen van de Bank Secrecy Act (BSA), het niet registreren als geldtransmitter en overtredingen van de International Emergency Economic Powers Act (IEEPA) opgelost. Het bedrijf heeft toegezegd meer dan $4 miljard te betalen om deze aanklachten te schikken.
Changpeng Zhao, de Canadese oprichter en CEO van Binance, is schuldig bevonden aan het niet implementeren van een uitgebreid anti-witwasprogramma (AML), een overtreding van de BSA. Daarom is hij afgetreden als CEO van Binance.
Zhao wordt op 23 februari 2024 veroordeeld en kan tot 18 maanden gevangenisstraf krijgen. Hij is op dit moment vrijgelaten met een borg van $175 miljoen, waardoor hij zou kunnen terugkeren naar de Verenigde Arabische Emiraten, waar hij woont.
De federale aanklagers hebben echter bezwaar gemaakt tegen het vertrek van Zhao uit de VS en zeiden dat ze "niet in staat zouden zijn om zijn terugkeer veilig te stellen" als hij zou besluiten niet terug te keren, omdat de Verenigde Arabische Emiraten geen uitleveringsverdrag hebben en Zhao daar voor onbepaalde tijd zou kunnen leven van zijn rijkdom.
Zhao heeft zich verzet tegen de reisblokkade door te zeggen dat hij "geen vluchtrisico vormt" en dat hij de verantwoordelijkheid voor zijn daden op zich heeft genomen door van de VAE naar de Verenigde Staten te vliegen.
Uit rechtbankdocumenten blijkt dat Binance toegeeft dat het groei en winst belangrijker vond dan naleving van de Amerikaanse wetten. Sinds de oprichting in 2017 concentreerde Binance zich op het aantrekken van klanten met een hoog volume, waaronder klanten uit de VS, en werd al snel de grootste cryptocurrency exchange ter wereld. De meerderheid van de klanten is afkomstig uit de VS.
Vanwege haar diensten aan Amerikaanse klanten was Binance verplicht om zich bij FinCEN te registreren als geldtransactiekantoor en een effectief AML-programma op te zetten om het faciliteren van witwaspraktijken te voorkomen, zoals beschreven in de rechtbankdocumenten.
